Verbod deoxyarbutine en toelating dihydroxyacetone in cosmetica

Verbod deoxyarbutine en toelating dihydroxyacetone in cosmetica -

Het gebruik van deoxyarbutine (INCI-naam: Tetrahydropyranyloxy Phenol) in cosmetische producten is beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid. In zijn advies heeft het Comité geconcludeerd dat wegens veiligheidsproblemen met betrekking tot de levenscyclus van producten die deze stof bevatten, het gebruik van deoxyarbutine in een gehalte van maximaal 3% in gezichtscrèmes niet als veilig kan worden beschouwd. Om die reden wordt het verboden voor gebruik in cosmetische producten en toegevoegd aan de lijst van verboden stoffen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1223/2009. 

Het Comité heeft in zijn advies dihydroxyacetone (INCI-naam: Dihydroxyacetone) veilig geacht voor gebruik als haarkleurstof in toepassingen die niet worden af-, uit- of weggespoeld (niet-oxidatief) tot een maximumconcentratie van 6,25%. Het gebruik ervan, in combinatie met het gebruik van zelfbruinende lotion en gezichtscrème met een maximumconcentratie van 10% dihydroxyacetone, wordt eveneens als veilig beschouwd. Zie hier.